Over liefde gesproken

Over liefde gesproken.

Op een ochtend, vlak voordat ik wakker werd, kreeg ik een droom.
Zo’n heldere, waarin het net lijkt, of je wakker bent.
Ik stond hoog achter een soort balustrade en beneden mij was een ruime kamer, waar het een enorme bende was.
Maar mijn aandacht werd gevangen door Jezus die ik op ooghoogte zag op een videoscherm.
Hij keek mij recht in de ogen.
Ik zag in zijn blik vriendelijkheid en vrolijkheid.
Een beetje droefheid zag ik ook en ik vroeg mij af, waarom.
Maar ik zag ook een vraag.
En toen ik die vraag in zijn ogen zag, voelde ik een enorm gevoel van verachting in mij opkomen.
Ik wilde dat niet, maar het was wel zo.
En daarna werd ik wakker.
Ik ben de hele dag met deze droom bezig geweest, voelde me ellendig, schaamde me ervoor, wilde dat ik het ongedaan kon maken, maar dat was natuurlijk onmogelijk.
Ook de volgende dag bleef ik ermee bezig, begreep dat het zo was en dat ik me daarbij neer moest leggen.
Zou ik ooit de kans krijgen om het goed te maken?
Kort daarna kreeg ik, vlak voordat ik wakker werd, weer een droom.
Weer stond ik achter die balustrade en beneden mij was weer die ruime kamer, die nu keurig opgeruimd was.
In het midden stond een glazen tafel, waardoorheen je het patroon van het vloerkleed kon blijven zien.
De zon scheen naar binnen en er stond een rijtje stoelen en op één ervan zat Jezus.
Ik schrok toen ik hem zag en verstopte me achter die balustrade, maar hij zag me toch en stak vrolijk lachend zijn hand op in een gebaar als een groet, maar tegelijkertijd ook een uitnodiging om beneden te komen, om bij  hem te komen.
Ik zat daar achter die balustrade als aan de grond  genageld.
Ik wilde niet naar beneden, want dan moest ik voor hem koken en dat was een veel te zware last.
Dan moest ik bij hem zitten en wat moest ik dan zeggen?
Toen werd ik wakker.
Wat ben ik voor een mens?
Het heeft een tijdje geduurd eer ik over deze ervaringen kon nadenken zonder in schaamte en spijt en schuldgevoel  te vervallen.
Hij had mijn kamer opgeruimd, de bende die ik er zelf van had gemaakt en wilde dat ik bij hem kwam en ik had het laten afweten.
Het was een harde confrontatie geweest met mezelf en hoe ik werkelijk in elkaar zit, hoe ik echt over Jezus denk.
Maar alleen door mezelf zo te leren kennen kon ik hem leren kennen.
Anders had ik nooit een flauw benul gehad van het geheim van zijn liefde, zijn vergevingsgezindheid, zijn dienstbaarheid, zijn vriendschap.
Een liefde en vriendschap die ieder mens altijd opnieuw uitnodigt om bij hem te komen en die zelf alles wat er in weg staat heeft opgeruimd.

Reacties zijn gesloten.