In de discussie die op dit moment over euthanasie bij demente mensen gevoerd wordt, gaat het mijns inziens om de vraag of de wilsverklaring van een demente persoon sowieso geldig is of dat er nog een keer aan de betreffende dan demente persoon moet worden gevraagd of hij of zij echt dood wil.
In dit artikel wil ik teruggaan naar het moment dat de wilsverklaring wordt opgesteld. De reden die vaak wordt opgegeven om tot euthanasie over te gaan als men dement is, is dat men dat proces niet wil meemaken en/of niet in die onwaardige toestand wil verkeren. Hierbij moet bedacht worden dat dit een oordeel is over een situatie die men niet kent. Het is het oordeel van iemand die wilsbekwaam is, maar wel van iemand die in feite niet weet wat hij of zij zegt. Dat men er doorgaans voor terugschrikt om die reden te sterven als men nog niet (helemaal ) dement is, zegt alles over de oerwil om te leven. Op welk moment in de dementie zou die ineens veranderd zijn? Het is het enige wat men nog heeft om over te beslissen als alle wilsbekwaamheid en besef van het zelf vervaagd is. Wie zal de demente mens die laatste waardigheid ontnemen?