Alle christelijke feesten draaien om een spectaculaire gebeurtenis.
Kerst rond de maagdelijke geboorte van Jezus, Pasen rond de opstanding van Jezus uit de dood, Hemelvaart rond Jezus die na zijn opstanding uit de dood omhoog geheven wordt en opgenomen in een wolk en Pinksteren rond de uitstorting van de heilige Geest.
Die gebeurtenissen zijn echte blikvangers.
Maar ook zulke waarvan je in eerste instantie zegt: ‘Dat kan niet. Dat geloof ik niet.’
Het grappige is dat ook de leerlingen van Jezus met de opstanding van Jezus uit de dood grote moeite hebben om dat te geloven.
Ze konden het eerst helemaal niet geloven. Zelfs als ze hem vis zien eten, geloven ze het niet. Thomas gelooft pas dat Jezus leeft, als hij zijn wonden heeft gevoeld.
Als met Hemelvaart Jezus wordt omhoog geheven en opgenomen in een wolk, gebeurt dat terwijl zijn leerlingen ze scherp toezien.
Het gebeurt niet achter hun rug, zodat ze zich af moeten vragen waar hij ineens gebleven is of dat ze maar moeten geloven dat hij in de hemel is opgenomen.
Ze worden er niet over in onzekerheid gelaten. Het gebeurt terwijl ze het zien. En daarvan wordt getuigenis afgelegd. Het is gezien.