Zeg maar ‘ja’ tegen het leven.
De mens is volgens de wetenschap een doorontwikkeling van de aap.
In de bijbel is de mens een schepsel van God.
Het fundamentele verschil in beide mensvisies is, dat in de wetenschap de mens natuur is, maar in de bijbel cultuur.
Hij krijgt de opdracht om te heersen over de schepping. Dat is dus inclusief het heersen over zichzelf als zijnde schepping.
Wat ‘heersen’ betekent wordt pas duidelijk als het aangevochten wordt, als dat ‘heersen’, dat ‘heer zijn’ begrensd wordt. Dan komen ook de menselijke belangen aan het licht.
Dit gebeurt bijvoorbeeld met Eva in de hof van Eden, als zij wil eten van de boom der kennis van goed en kwaad (Genesis 3) en met Kaïn als hij zijn broer wil doden (Genesis 4).
Voor de mensen van nu is dat niet anders.
‘Nee’ zeggen tegen de demon in je, die zegt: ‘wat je doet is oké. Het maakt niets uit. Doe het maar gewoon,’ is heel moeilijk. Het vereist allerlei vaardigheden die we in de loop van ons leven nog moeten leren. Tegen de tijd dat we daarover beschikken hebben we al heel vaak ‘ja’ gezegd, terwijl het eigenlijk ‘nee’ had moeten zijn. Maar nog moeilijker is het om daarna toe te geven dat je een fout hebt gemaakt en verantwoordelijkheid te nemen voor de consequenties.
De enige die ‘nee’ heeft gezegd tegen zijn demon, en ook nog weet, waarom hij ‘nee’ zegt, is Jezus, toen hij verzocht werd in de woestijn.
Voor mij is Jezus daarin een geweldig rolmodel. Nooit geeft hij een ander de schuld van zijn situatie, de mensen niet, zijn demon niet en ook God niet. Ook vluchtte hij er niet uit weg als anderen hun demon de vrije hand gaven. Zelfs niet toen het gevaarlijk voor hem werd.
Door alles wat er op zijn weg kwam met open vizier tegemoet te treden en zijn woorden en daden niet door angst of vermeend eigenbelang te laten bepalen, kwam hij in de dood. Precies dat, wat de mensen, wat wij ten koste van bijna alles, proberen te voorkomen.
Maar ook God, die Jezus zijn Vader noemde, is nooit dichter bij de dood geweest dan toen Hij Jezus, die Hij zijn Zoon noemde, uit de dood opwekte. En Jezus stónd ook op. Hij zei niet ‘nee’ vanwege alles wat hij had meegemaakt, maar voluit ‘ja’ tegen het leven en ‘ja’ tegen de mensen.